Vanaf 1 juli 2026 verandert er iets belangrijks voor zelfstandigen. De Wet DBA stopt en de Wet VBAR (Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden) treedt in werking. Belangrijk om te weten: de basisregels blijven hetzelfde, maar de VBAR zet ze duidelijker op papier en voegt een extra vangnet toe bij lage uurtarieven.
De Wet DBA (2016) moest schijnzelfstandigheid tegengaan. In de praktijk werkte dat niet goed:
Opdrachtgevers werden huiverig om zzp’ers in te huren uit angst voor naheffingen.
Zelfstandigen wisten niet waar ze aan toe waren.
Samenwerkingen kwamen onder druk te staan.
De VBAR neemt die onzekerheid weg door bestaande rechtspraak vast te leggen in de wet en duidelijker te maken waar de Belastingdienst op let.
De Belastingdienst kijkt al jaren naar dezelfde criteria: gezag, inbedding in de organisatie en ondernemersrisico. De VBAR maakt dit explicieter met een lijst van signalen:
Je werkt onder direct toezicht of aansturing van de opdrachtgever.
Je draait volledig mee in het interne team van je klant.
Je werkt langdurig en vrijwel alleen voor één opdrachtgever.
Je hebt meerdere opdrachtgevers in een jaar.
Je bepaalt zelf hoe en wanneer je werkt.
Je investeert in je eigen materialen, software of marketing.
Je loopt ondernemersrisico, zoals geen garantie op inkomen of zelf je kosten dragen.
👉 De Belastingdienst weegt de balans: zijn er meer W-kenmerken, dan lijk je op een werknemer. Zijn er meer Z-kenmerken, dan is je positie als zelfstandige sterker.
De echte vernieuwing in de VBAR is het rechtsvermoeden van werknemerschap.
Verdien je minder dan € 36 per uur (excl. btw), dan mag jij als zzp’er stellen dat je eigenlijk werknemer bent.
De opdrachtgever moet dan bewijzen dat er géén arbeidsovereenkomst is en dat je wél zelfstandig werkt.
De grens van € 36 wordt jaarlijks aangepast aan het minimumloon en afgerond naar boven op hele euro’s.
Stel: je bent grafisch vormgever, rekent € 30 per uur en werkt bijna fulltime voor één klant. Onder de VBAR kan de Belastingdienst zeggen: “Dit lijkt op loondienst.”
De opdrachtgever moet dan aantonen dat je écht zelfstandig werkt, bijvoorbeeld doordat je meerdere klanten hebt of ondernemersrisico draagt.
De overheid wil voorkomen dat zelfstandigen met lage tarieven in een kwetsbare positie belanden en bedrijven hen inhuren als goedkope werknemers.
De VBAR vraagt dat je bewuster naar je eigen situatie kijkt. Let vooral op:
Je tarief – zit je rond of onder de € 36, bespreek dit met je klant en leg afspraken goed vast.
Je klantenbestand – meerdere opdrachtgevers maken je positie sterker.
Met DigiBoox maak je dit concreet en aantoonbaar:
Uren- en projectregistratie: leg per klant en opdracht vast hoeveel uur je werkt.
Overzicht per opdrachtgever: zie direct hoe je omzet verdeeld is en voorkom afhankelijkheid.
Facturen en kosten centraal bewaren: bewijs dat je investeert en ondernemersrisico draagt.
Zo heb je altijd de juiste gegevens paraat als de Belastingdienst of een opdrachtgever vragen stelt.
De VBAR verandert de spelregels niet fundamenteel, maar maakt ze duidelijker en voegt het rechtsvermoeden bij lage tarieven toe.
Met DigiBoox hou je grip op je cijfers en bewijs van je zelfstandigheid.
Zo blijf je met vertrouwen ondernemen, ook na 1 juli 2026.
Regels zoals de Wet VBAR veranderen snel. Bij DigiBoox zorgen we ervoor dat jij er niet in verdwaalt. Wij leggen uit wat écht belangrijk is voor zelfstandigen – zonder ingewikkeld jargon.
👉 Volg ons op LinkedIn en krijg de updates die jij nodig hebt om met vertrouwen te ondernemen.
Disclaimer: Dit artikel is gebaseerd op het wetsvoorstel VBAR (juli 2025). De definitieve wet kan nog wijzigen bij de parlementaire behandeling.